De sport tennis
Tennis is een racketsport. Het wordt gespeeld op een veld van ongeveer 24 bij 11 meter. De spelers nemen positie aan tegenoverliggende kanten van een laag net en gebruiken hun rackets om de bal terug naar te tegenstander te slaan. Het wordt gespeeld met 2 spelers (1 tegen 1) of met 4 spelers (2 tegen 2). Tennis op Wikipedia
Dit spel is echter geen sport, noch heeft het iets te maken met het terugslaan van ballen naar andere spelers. Je bent slechts een manager die zijn spelers traint en ze inschrijft voor de toernooien waarvan hij denkt dat ze daar het meest baat bij hebben.
Tennis wordt overal ter wereld op een professioneel niveau gespeeld, met name in eliminatietoernooien wat inhoudt dat je doorspeelt zolang je niet verliest, net zolang totdat er slechts één speler over blijft. De belangrijkste toernooien zijn de vier "Grand Slam" toernooien, die jaarlijks in Australië, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten gehouden worden. Je kan veel informatie over het professionele heren-tenniscircuit vinden op de ATP website.
Dit spel gebruikt geen namen van echte tennisspelers, en iedere mogelijke overeenstemming in namen is puur toeval. Het enkelspel en dubbelspel ranglijsten-systeem volgt wel de ATP-regels en de hoofdklasse-toernooien en challengers volgen de echte professionele tennis-kalender.
Puntensysteem
De score in een tennispartij is relatief ingewikkeld.
Punten
Het kleinste element zijn de punten. Een speler begint de punt door de bal in het spel te brengen. Dit heet opslaan of serveren. De spelers blijven de bal nu terugslaan naar de tegenstander totdat de bal buiten het veld voor het eerst op de grond komt (fout) of niet door de tegenstander wordt teruggeslagen (winner).
Game
Een "game" bevat een aantal punten. Tijdens een game wordt altijd door dezelfde speler opgeslagen tot een van de spelers de game heeft gewonnen. De eerste punt in de game maakt de score 15-0, daarna 30-0, 40-0 en bij de vierde punt is de game gewonnen. Er moet echter met minimaal 2 punten verschil gewonnen worden, dus kunnen er wellicht veel meer punten in een game gespeeld worden. Na 40-40 is het of "deuce" als de stand gelijk is, "advantage" als de speler met opslag voorstaat of "disadvantage" als deze speler achterstaat.
Na een game wisselt de opslag, ongeacht wie de game heeft gewonnen.
Opslaan is een behoorlijk voordeel waardoor de speler die op mag slaan de game vaak wint. Zolang beide spelers dit doen blijft de match in evenwicht, maar zodra een speler de opslag van de ander wint komt ie daardoor op voorsprong. Dit wordt een "break of service" of kortweg "break" genoemd. Als de ontvangende speler nog maar 1 punt nodig heeft om zo'n break te krijgen dan heet zo'n punt een "breakpoint"
Sets
De eerste speler die 6 games wint wint de set, maar ook hier moet er minimaal 2 games verschil zitten met de tegenstander. Bij 6-5 is de dus set nog niet gewonnen. Dit betekent dat een speler de opslag van de ander een keer meer moet breken dan hij zijn eigen opslag verloor. Als het 6-6 wordt in games dan wordt meestal een tiebreak gespeeld voor wie de set wint.
Tiebreak
Een tiebreak is net als een game, maar nu wisselen de spelers de opslag af. De eerste speler slaat 1 keer op, daarna slaat de ander er 2 op, waarna de eerste speler er 2 opslaat enzovoort. De tiebreak wordt normaal geteld (dus 1-0, 1-1, 1-2 etc). De eerste speler die 7 punten haalt met minimaal 2 punten verschil wint de set (met 7-6).
In sommige belangrijke toernooien wordt geen tiebreak gespeeld in de beslissende set. Zo'n set kan dan theoretisch oneindig lang doorgaan als geen speler ooit 2 games voor komt te staan.
Match
Een match is gewoonlijk een serie van maximaal 3 sets. Dit betekent dat de speler die 2 sets wint de match heeft gewonnen. Als een speler de eerste twee sets wint wordt de laatste set ook niet meer gespeeld. In sommige toernooien wordt doorgespeeld tot een speler 3 sets gewonnen heeft, wat dus maximaal 5 sets kan duren.
Dubbelspelpartijen
De meeste professionele dubbelspel partijen worden gespeeld met een kleine variatie op de score-regels.
- Geen deuce/voordeel: Bij 40-40 in een game wint de winnaar van het volgende punt de game
- In plaats van een eventuele derde set is er een match tiebreak. Dit lijkt op een gewone tiebreak, maar er wordt doorgespeeld tot iemand minimaal 10 punten heeft.
Dubbelspel partijen van vijf sets en Grand Slam partijen worden met de normale (enkelspel) regels gespeeld.
Toernooien
De meeste tennistoernooien zijn knockout toernooien. Dit betekent dat zodra een speler een partij verliest hij is uitgeschakeld.
De laatste speler die overblijft is dan de winnaar van het toernooi. De partij tussen laatste twee spelers wordt de "finale" genoemd. De twee partijen bij de laatste 4 zijn de "halve finales" en de vier partijen daarvoor zijn de "kwartfinales".
Eerdere rondes worden meestal vernoemd naar de hoeveelste ronde van het toernooi ze zijn zoals 1e ronde, 2e ronde etc.
De meeste gewone toernooien hebben 32 deelnemers en duren daardoor 5 rondes.
Om meer spelers een kans te geven om mee te doen worden er vaak een of meerdere kwalificatie-rondes gespeeld voor het toernooi begint. Spelers wiens rating te laag is om direct mee te mogen doen kunnen zich bewijzen door te winnen van andere spelers in het kwalificatietoernooi en kunnen zo alsnog een plaats in het hoofdtoernooi winnen.
In het spel worden vaak afkortingen gebruikt ter aanduiding van rondes.
WIN: toernooiwinnaar
VF: verliezend finalist
F: finalist (voordat de uitslag bekend is)
HF: Halve finale
KF: Kwartfinale
R1-R4: 1e tot 4e ronde. (alleen als er in die ronde meer dan 8 spelers over zijn)
K1-K3: kwalificatierondes
Om topspelers zo vaak mogelijk tegen elkaar te laten spelen hebben sommige toernooien een hogere status. Deze toernooien geven meer punten voor de ranglijst en meer prijzengeld. Er mogen meestal ook meer spelers meedoen aan dit soort toernooien.
De belangrijkste toernooien in tennis zijn de "Grand Slams". Dit zijn de Australian Open, Roland Garros (or French Open), Wimbledon and the US Open. Aan alle Grand Slams mogen 128 spelers meedoen in het enkelspel en 64 teams in het dubbelspel.
Na de grand slams komen de 9 "Master" toernooien.
De rest van de toernooien op het hoogste niveau zijn de toernooien uit de internationale serie.
Op een lager niveau strijden spelers in de "challengers" of "futures" toernooien. Deze zijn een opstap naar de hoogste toernooien.
Spelerranglijst
Spelers worden gerankt op basis van hun prestaties in de afgelopen 52 weken. De ranking wordt gebruikt als hoofdcriterium voor toelating tot toernooien.
De ranglijst is een cumulatief systeem. Je kan alleen punten verliezen als een toernooi waar je punten in gehaald hebt uit het systeem valt omdat het meer dan 52 weken geleden was.
De ranking is simpelweg de som van de beste 'X' resultaten in de afgelopen 52 weken, waarbij X een getal is dat afhangt van het type ranglijst. Hoe belangrijker een toernooi, hoe meer punten je er voor kan winnen.
Voor de enkelspel ranglijst tellen de beste 18 resultaten mee. Er is hier echter een uitzondering: Als je ranking hoog genoeg was voor directe plaatsing op een masters of grand slam toernooi dan moet je dit toernooi meetellen, ook als je niet hebt meegedaan. In het laatste geval levert het toernooi 0 punten op. Spelers wiens rating niet hoog genoeg was mogen wel een ander toernooi voor hun ranking laten meetellen.
Voor de dubbelspel ranglijst tellen de beste 14 resultaten en maakt het niet uit welke toernooien dit waren. Bij dubbelspel tellen de grote toernooien niet verplicht mee, hoewel ze natuurlijk wel meer punten kunnen opleveren dan de minder belangrijke toernooien.
Verder zijn er nog de junior enkelspel en dubbelspel ranglijsten. Hiervoor tellen de beste 10 resultaten van junior toernooien mee.
Types ondergrond
Tennis wordt gespeeld op vier verschillende types ondergrond. Deze types hebben ieder hun eigen eigenschappen waardoor sommige spelers duidelijk beter presteren op het ene type dan op het anderen. Slechts weinigen zijn goed op alle verschillende ondergronden.
De belangrijkste ondergronden zijn "gravel" en "hardcourt", aangezien de meeste toernooien op een van deze twee ondergronden gespeeld worden. Wanneer het te koud is, worden "indoor" (meestal tapijt) banen gebruikt. De vierde ondergrond is gras, wat de ondergrond is van Wimbledon, het oudste tenniskampioenschap. Behalve Wimbledon worden er slechts een paar toernooien per jaar op gras gespeeld en deze worden allemaal binnen een paar weken van elkaar gespeeld.